René MAGRITTE

René MAGRITTE (1898 - 1967)

René Magritte werd op 21 november 1898 in Lessines in Belgisch Henegouwen geboren en is een van de grootste kunstenaars van de surrealistische beweging.

In 1925-1926 ontdekte hij een reproductie van Giogio de Chirico's "Lied van de liefde" (1914) die hem van streek bracht en zijn opvatting over schilderen op de proef stelde.
"De eerste schilder die erover dacht de schilderkunst te laten spreken over iets anders dan de schilderkunst",
"Mijn ogen zagen voor het eerst gedachten".
Teleurgesteld in de abstracte esthetiek van zijn eerste schilderijen, sloeg Magritte een nieuwe weg in.
In januari 1926 tekende hij een contract voor vier jaar met Paul-Gustave (P.G.) Van Hecke en de nieuwe galerie Le Centaure. In deze periode maakte hij 280 olieverfschilderijen, dat is bijna een kwart van zijn geschilderde werk.
Er werd een Belgische surrealistische groep opgericht, bestaande uit Camille Goemans, Marcel Lecomte, René Magritte, Messens, Paul Nougé en de componist André souris.
In 1927 ontmoette Magritte Louis Scutenaire (1905-1987) en zij werden goede vrienden gedurende veertig jaar.
Van 1927 tot 1930 woonde hij in Parijs, waar hij omging met de surrealisten, met name André Breton, Paul Eluard, Salavador Dali en Max Ernst. Door de crisis van 1929 verloor hij de meeste van zijn contracten als affichekunstenaar en keerde hij terug naar Brussel.
Tussen 1930 en 1933, aan de zijlijn van het surrealisme en in onmin met André Breton, keerde Magritte terug naar Brussel. Hij schilderde "les affinités électives" die de aard van zijn werk radicaal veranderden. Hij verving de toevallige surrealistische ontmoetingen door de zeer logische benadering van een ei dat in een kooi gevangen zit.

In 1938 gaf Magritte zijn lezing "De levenslijn" in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen. Daarin legde hij een beredeneerde aanpak uit om "problemen" op te lossen.

In 1954 organiseerde het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel de eerste grote retrospectieve van zijn werk. Magritte schreef twee belangrijke teksten in de catalogus.

In 1957 ontmoette Magritte Harry Torczyner, die niet alleen zijn vriend en juridisch adviseur werd, maar ook een verzamelaar van zijn werk en de auteur van een monografie erover.

In 1965 wijdde het Museum of Modern Art in New York (MOMA) een grote retrospectieve aan hem. De werken zijn afkomstig uit Europese en Amerikaanse collecties.

Op 15 augustus 1967 overleed Magritte op negenenzestigjarige leeftijd, na een rustig leven te hebben geleid waarin hij honderden fantastische en poëtische schilderijen heeft geschilderd die over de hele wereld zijn tentoongesteld.